Het was niet altijd zo. Vroeger werd er gelachen en gepraat en feestgevierd. Dat dénkt Lexi niet alleen, dat wéét ze, want er bestaan foto’s van. Van mama in een kanariegele jurk, een sigaret in de ene hand, een glas in de andere. Ze kijkt recht in de camera en steekt haar tong uit. Niet om gemeen te zijn, maar om gek te doen, dat kan je zien. En er is er een van mama die op papa’s knieën zit terwijl ze allebei praten met andere mensen die maar half op de foto staan. Halve mensen die ze waarschijnlijk zijn vergeten. Lexi heeft ze in elk geval nooit gezien. Maar dat is allemaal heel lang geleden. Lexi was toen nog niet geboren, en Lexi vindt dat ze al heel lang heeft geleefd. Zij wel, dat is het probleem. (flaptekst)
Afgelopen maand was er nogal wat ophef over dit éérste kinderboek van schrijfster Griet Op de Beeck. En heel eerlijk gezegd… ik had geen idee waarom dit zo belangrijk was. Ik kende de schrijfster niet, nu wel, en vond het eigenlijk maar raar dat er zoveel ophef is omdat zij ineens een kinderboek schrijft. Want waarom is dat zo bijzonder en is het niet bijzonder dat er een nieuw boek van Jacques Vriens uitkwam? Het blijft toch jammer dat kinderboeken bijna alleen maar aandacht krijgen wanneer ze zijn geschreven door een bekende Nederlander (of Vlaming). Maar goed, daar gaat de recensie niet over. Die gaat over het boek Jij mag alles zijn.
Wat natuurlijk meteen opvalt is de prachtige omslag met illustratie van Linde Faas. We kunnen haast niet om deze illustratrice heen. Ze illustreert veel! En ook in dit boek levert ze pareltjes af. Ikzelf ben vooral fan van haar kleurgebruik. Het is sfeervol en spat van het boek af. Wel vind ik de illustraties niet altijd even goed passen bij het verhaal. Je moet soms echt goed kijken om te zien waar het over gaat en dat maakt ze wat minder toegankelijk dan bijvoorbeeld haar illustraties in Waar is Grote Broer (2021). Dat neemt niet weg dat ze prachtig zijn, maar soms net iets te vergezocht bij het verhaal.
Het verhaal is mooi. De schrijfstijl van Op de Beeck is pakkend en je leest graag verder. Haar woordkeuze is doeltreffend. Ook de sfeer die het boek ademt past bij het verhaal en de heftige thema’s. Depressie, rouw, eenzaamheid. Best een pittig boek voor een kind van 8 à 9 jaar oud. En daar kom ik dan bij mijn punt van kritiek. Want voor welke doelgroep dit boek nou echt is bedoeld… ik weet het niet. Lexi is 8 (later in het boek 9), maar haar denkwijze past hier niet helemaal bij. Ook zijn het verhaal zelf en de manier van schrijven niet helemaal passend voor die leeftijd. Eigenlijk voelt het voor mij als een boek voor volwassenen over een meisje van 8. Er gebeuren dingen die best heftig zijn en ik weet niet of alle kinderen van die leeftijd het al kunnen begrijpen of zich herkennen in de situaties.
Zelf vind ik het een prachtig boek en heb ik het met plezier gelezen. Maar alle ophef begrijp ik nog steeds niet. Ja, het is een goed kinderboek. Nee, het is niet het beste kinderboek ooit geschreven.
Reactie plaatsen
Reacties