‘Jullie zijn aanstellers. In de oorlog stond het water hier net zo hoog en toen is er ook niks gebeurd. Ik ga naar huis. Dat water stroomt vanzelf weer terug naar de zee.’
Maar in de nacht van zaterdag 31 januari 1953 stroomt het water niet terug naar de zee. Door een hevige storm breken de dijken door en het land verandert in één grote watervlakte. De twaalfjarige Maarten, die met zijn ouders en zusje op hun zolder schuilt, wordt gek van het wachten op hulp en wil iets doen. Die kans krijgt hij, maar pas dan beseft hij hoe ernstig de ramp is. Kan hij zijn familie op tijd redden? (flaptekst)
Dit jaar is het zeventig jaar geleden dat de watersnoodramp in Zeeland plaatsvond. Er zijn al meerdere boeken over geschreven, denk aan Oosterschelde Windkracht 10 van Jan Terlouw en De zee kwam door de brievenbus van Selma Noort. Maar dat het zeventig jaar geleden is, lijkt een mooie gelegenheid voor weer een nieuw boek. Dit keer van de hand van Marte Jongbloed, met een prachtig omslag van Marieke Nelissen. Enkel al door deze illustratie wil ik het boek lezen. Hoewel het een schrijnend beeld is van deze watersnoodramp is het geen negatief of angstig beeld.
Meteen valt op dat het een redelijk klein en dun boekje is. Maar na het lezen blijkt dat er zeker een goed verhaal in zit en dat het geen simpel boekje is. Het begint op de dag van de ramp. Iedereen is nog gewoon bezig met zijn normale leven, ondanks de storm. Maar naarmate de dag vordert loopt de spanning op en beginnen mensen maatregelen te treffen. We weten als lezer natuurlijk allemaal al dat het misgaat, maar de mensen in het verhaal weten dit nog niet. Velen verwachten het, maar sommigen zijn koppig en geloven er niets van.
Het avontuur van Maarten in de roeiboot is niet super-dramatisch maar gewoon beschreven zoals het is. Duidelijk, niet te langdradig en compleet. De emoties lopen hierdoor niet hoog op. Wel mooi is het om te zien hoe de mensen in die periode elkaar proberen te helpen, ondanks mogelijke eerdere meningsverschillen. Wanneer Maarten een koffertje ziet drijven wil hij dit meenemen. Op dat moment begreep ik niet goed waarom. Maar later wordt hier mooi op teruggegrepen en heeft het een duidelijke functie in het verhaal.
Het boek is zeker spannend en heftig op momenten, er wordt bijvoorbeeld ook beschreven dat er overleden mensen door het water drijven, maar het is toch zo geschreven dat een tien- of twaalfjarige het verhaal kan lezen. Op die manier ziende lezers goed hoe het was tijdens de ramp. Hoewel Maarten een fictief personage is, krijg je toch een realistisch beeld van hoe het is geweest.
Achterin het boek staat nog een korte woordenlijst en online is er lesmateriaal te vinden dat bij het boek past. Zo wordt dit een boek dat zeer geschikt is om te gebruiken in de klas wanneer het gaat over de Watersnoodramp en maakt een nieuwe generatie kennis met deze gebeurtenis om nooit te vergeten.
Reactie plaatsen
Reacties