Na een lekker lange slentervakantie aan zee vreest Dorian dat het leven nooit meer hetzelfde zal zijn. Tijdens het voorstelrondje op de eerste brugklasdag komt hij niet verder dan de i van ik. Als hij vervolgens zijn naam wil zeggen wordt het Do-do. Daarna trekt hij zich, oog in oog met een opgezette dodo in een museum, terug in zichzelf en herschrijft hij zijn leven zoals hij zou willen dat het was.
In Dodo vertelt Dorian zijn verhaal; over dromen en geheimen, over stotteren en struikelen. Over taart eten in je klerenkast en Liefde met een grote L. (flaptekst)
Een boek over een jongetje dat stottert. Dat spreekt mij meteen aan. In mijn werk kom ik veel in aanraking met stotteraars. En zelf ben ik ook een stotteraar. Ik ben benieuwd naar het boek, maar vind het ook spannend om zoiets te lezen. Hoe realistisch is het?
Vanaf het eerste hoofdstuk zat ik in het boek. Ik wilde verder lezen. En dat is knap. Want het verhaal in dit boek heeft weinig inhoud, weinig avontuur. Het gaat echt over stotteren en daarmee omgaan. Verder beleeft Dorian niet veel. En dat is juist de kracht van dit boek. Het gaat om het stotteren en verder beleeft Dorian gewoon het normale leven van een jongen van zijn leeftijd.
Maar dat dit boek zo lekker doorleest komt doordat het in de ik-vorm is geschreven. Dorian vertelt alles en schrijft het op. Op die manier word je meegenomen in zijn gedachten en gevoelens. En hij neemt je mee in zijn vlucht-strategie van het stotteren. Hij besluit niet meer te praten, behalve met een denkbeeldige dodo in zijn kamer. Dat is zijn strategie om met het stotteren om te gaan.
Die fantasiewereld is op het eerste gezicht heel mooi. Maar langzaam kom je erachter dat hij zich juist door die wereld steeds verder terugtrekt uit de echte wereld. Hij gaat niet meer om met zijn vrienden, spijbelt, praat niet meer met zijn ouders en ga zo nog maar even door.
Voor kinderen en/of volwassenen die dit boek lezen en zelf stotteren is het boek erg herkenbaar. De onmacht wanneer een woord uitspreken niet lukt, de emotie wanneer mensen je uitlachen. Het komt extra hard binnen. Tijdens het lezen waren er meerdere momenten dat ik een traan moest wegslikken. En dat zegt wat over het boek. Mohana van den Kroonenberg weet dicht bij de lezer te komen. Het lukt haar om anderen te laten voelen wat Dorian voelt wanneer de hele klas hem uitlacht. En ze maakt duidelijk dat de stotteraar zich niet slecht voelt door het stotteren, maar door de reactie van anderen op zijn stotteren. De buitenwereld kan erg gemeen zijn en ervoor zorgen dat iemand zich erg onzeker gaat voelen.
Wat mij betreft is dit een zeer geslaagd debuut met een mooi onderwerp. Ik denk echter dat vooral volwassenen veel plezier beleven aan dit boek. Voor de doelgroep is het misschien toch wat te ‘saai’ omdat er geen groot avontuur wordt beleefd. Maar de kinderen die de aandacht hebben voor dit boek gaan hiervan vast genieten.
Reactie plaatsen
Reacties